Het 'wat' en 'hoe' bij een melkziekte koe!

Melkziekte is een van de bekendste en oudste ziektebeelden die we kennen. In het kort komt het erop neer dat de koeien na afkalven het calcium (dit is nodig voor de melkproductie) niet snel genoeg uit de botten vrij kunnen maken en uit het voer op kunnen nemen. De oorzaak van melkziekte is voor een groot deel terug te voeren op het droogstandsrantsoen en de overgang naar het melkveerantsoen. Rantsoenen met een hoge kationen/anionen balans zijn bijvoorbeeld risicovol. Daarnaast zijn er ook bepaalde dieren in uw koppel die meer risico lopen, namelijk:

  • Dieren met een hoge conditiescore in de droogstand;
  • Dieren die eerder problemen hebben gehad (bijv. kreupelheid);
  • Oudere koeien (3e kalfs of hoger).

In 2017 is er een onderzoek gedaan door de Universiteit Utrecht, waar de ULP ook aan mee heeft gewerkt. Hier is aangetoond dat koeien die hulp bij afkalven nodig hebben, vaak ook een te laag calciumgehalte in het bloed hebben. Het is dus goed om bij deze dieren extra alert te zijn. Daarnaast kunnen veel gevallen van melkziekte voorkomen worden als u de risicofacturen tijdig herkent en daarop inspeelt.

Een infuus of een bolus?
Een veel ingezette behandeling bij melkziekte is het ingeven van een calciuminfuus. Waar het calciuminfuus eerder ook als preventieve therapie werd ingesteld bij koeien die nog niet aan de grond lagen; zijn we tegenwoordig terughoudender met het preventief ingeven van infusen en is ons advies om een bolus te gebruiken. Onderstaande figuur geeft hier meer duidelijkheid over:

Het calciuminfuus (de stippellijn) geeft een hoge calciumpiek. Daarna neemt de concentratie in het bloed snel af en komt zelfs onder de waarde ten opzichte van wanneer niets gedaan wordt. In het geval van de bolussen (de gestreepte lijn) zorgen deze niet voor een piek, maar voor een geleidelijk hogere bloedconcentratie, wat gewenst is voor deze dieren. Daarom adviseren wij een behandeling met bolussen bij dieren die nog in de benen kunnen komen.

Voor de koe die niet in de benen komt, blijft het advies van het calciuminfuus wel staan. U dient de koe die niet overeind kan komen meteen een infuus toe, zodat het dier op dat moment weer een aanvulling van calcium krijgt in het bloed. Wij kunnen tevens een bloedonderzoek doen van deze koe om de calciumwaarde te bepalen om daar een gerichte therapie op in te zetten. Vergeet niet om het infuus aan te vullen met bolussen, om de calciumwaarde in het bloed voor langere tijd optimaal te houden. Daarnaast kan het zinvol zijn om deze dieren te drenchen, omdat een uitgedroogde koe ook minder snel zal vreten.

Welke bolus?
Er zijn verschillende bolussen op de markt. Wij adviseren u om Bovikalc bolus te gebruiken. Andere pillen bevatten vaak minder calcium en/of andere verbindingen. Bovikalc bevat 42 gram calcium per bolus, welke bestaat uit snel beschikbaar calcium (calciumchloride) en geleidelijk beschikbaar calcium (calciumsulfaat). Dit maakt dat Bovikalc niet alleen op korte termijn calcium afgeeft, maar ook bijdraagt aan het voorkomen van melkziekte door de langdurige afgifte.

Om een optimale werking te hebben van de bolus zijn er twee behandelschema’s.

  • Het schema voor preventief gebruik:
    Bolus 1: bij de eerste tekenen van afkalven
    Bolus 2: onmiddellijk na het afkalven
    Bolus 3: 12 à 15 uur na bolus 2
    Bolus 4: 12 à 15 uur na bolus 3 ofwel 24 à 30 uur na het kalven
  • Wanneer u een koe heeft met melkziekte en haar behandelt met een infuus dan dient u het volgende schema aan te houden:
    Bolus 1 : 2 à 3 uur na het infuus
    Bolus 2 : 12 à 15 uur na bolus 1

De rol van vitamine D
Vitamine D kan onder andere door middel van de voeding en het zonlicht opgenomen worden. Vitamine D speelt ook een rol in de calciumhuishouding en zorgt dat er meer calcium vanuit de darmen wordt opgenomen en dat er meer calcium terug naar het bloed gehaald wordt door de nieren. Om de koe bij deze processen te stimuleren, is ook een injectiepreparaat op de markt. Deze gebruikt u door een flesje van 10ml in zijn geheel 2-8 dagen voor de uitgerekende datum bij de koe in de spier te spuiten.

Melkziekte bij schapen
Leuk feitje voor de mensen met schapen onder ons: bij schapen komt melkziekte vaak voor, namelijk bij meerlingdrachten vóór het lammeren. De lammeren nemen aan het einde van de dracht meer ruimte in de buik in waardoor er minder voer opgenomen kan worden. Doordat ook de lammeren aan het einde van de dracht het hardst groeien (en de groei van het skelet veel calcium vraagt), kan dit uit balans raken. U kunt hier op inspelen door de scannen te scannen. Klik HIER voor meer informatie.

ACTIE VAN DE MAAND
De ULP heeft alles in huis om u bij te staan in het voorkómen en genezen van melkziekte. In januari en februari 2022 zijn speciaal voor u de Bovikalc bolussen, de calciuminfusen en vitamine D3 flesjes extra scherp geprijsd! Klik HIER om direct uw medicijnen te bestellen.