Vaccinaties

Wij bieden meerdere vaccinaties aan om uw dieren voldoende te beschermen tegen de verschillende ziektes die een rol kunnen spelen bij uw schapen of geiten. Wilt u weten welke vaccinaties wij belangrijk vinden voor uw dieren, neemt u dan contact met ons op of maak een afspraak. Vaccineren is maatwerk en wij geven u graag een passend advies voor uw dieren. De belangrijkste informatie van de diverse vaccins hebben we hieronder in de tabellen verwerkt. Wij maken een onderscheid tussen dieren die eerder gevaccineerd zijn en lammeren/volwassen die nog nooit gevaccineerd zijn.

Drachtige dieren die eerder gevaccineerd zijn

Lammeren en volwassen dieren die nog nooit gevaccineerd zijn


Heptavac (’t bloed en Zomerlongontsteking)

De ziekte Zomerlongontsteking is een longontsteking bij schapen en geiten die door de bacterie Pasteurella haemolytica wordt veroorzaakt. De naam geeft de verwachting dat de ziekte in de zomer op duikt maar dat betreft een langere periode, van het voorjaar tot in de herfst. Vaak is er een relatie met een stressmoment (spenen, omweiden). De ziekte komt veelal voor bij opgroeiende lammeren en geeft helaas ook vaak plotselinge sterfte bij de lammeren. De diagnose kan worden gesteld aan de hand van het klinische beeld en worden bevestigd door een sectie te laten uitvoeren op een overleden dier.

U kunt de volgende symptomen zien bij uw dieren:

  • Hoesten en benauwdheid;
  • Koorts;
  • Verminderde eetlust;
  • Neusuitvloeiing.

Behandelen van de dieren bij uitbraak is helaas meestal te laat. U kunt uw dieren laten vaccineren door middel van een combinatievaccin waarmee ook wordt gevaccineerd tegen ’t Bloed. Omdat antistoffen tegen zomerlongontsteking via de biest aan de lammeren worden doorgegeven maar de bescherming tegen deze ziekte dan vrij snel verloopt is het verstandig om de lammeren vanaf een leeftijd van 3 weken voor de eerste keer te vaccineren en twee tot vier weken later voor de tweede keer.

Covexin (’t bloed oftwel Clostridium)

De ziekte ’t bloed geeft acute sterfte bij lammeren. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie in de darm. De ziekte treedt vooral op bij de snel groeiende, goed doorvoede lammeren met een leeftijd van 3 tot 10 weken oud. Deze groep lammeren neemt veel melk, gras of brok op. Helaas kan het ook bij de goed doorvoede lammeren met een leeftijd van 6 tot 12 maanden voorkomen. De diagnose kan worden gesteld aan de hand van het klinische beeld en worden bevestigd door een sectie te laten uitvoeren op een overleden dier. Bij geiten wordt ’t Bloed veel minder vaak waargenomen dan bij schapen. Dit komt vooral doordat geiten van nature op een veel schraler rantsoen leven.

Bij de meeste dieren worden geen ziekteverschijnselen waargenomen en liggen ze plotseling dood in de wei. U kunt de volgende symptomen zien bij uw dieren:

  • Verminderde eetlust;
  • Speekselen;
  • Koorts;
  • Ademhalingsproblemen;
  • Coördinatieproblemen en neurologische problemen;
  • Krampaanvallen.

Het behandelen van de dieren is meestal te laat en daarom is het belangrijk om uw dieren tijdig te vaccineren. In geval van sterfte als gevolg van ’t Bloed is het raadzaam om de andere dieren te vaccineren. De vaccinatie geeft passieve bescherming aan de lammeren via de biest als de ooien voor het aflammeren zijn gevaccineerd. Ooien die vorig jaar zijn gevaccineerd, dienen 2-8 weken voor de verwachte lammerdatum eenmaal gevaccineerd te worden; ooien die nog nooit eerder gevaccineerd zijn moeten twee maal geënt worden: minimaal 6 en 2 weken voor het lammeren. Deze vaccinatie dient u jaarlijks te herhalen.

Footvax (rotkreupel)

Rotkreupel is een ontsteking van de tussenklauwhuid bij schapen en geiten waarbij de klauwtjes worden aangetast. Rotkreupel wordt door een bacterie veroorzaakt. In de lente en de herfst zien we de problemen met rotkreupel het meeste. Dit heeft te maken met de weersomstandigheden, warm en vochtig. Het is een koppelaandoening, die zich vaak verspreidt onder alle dieren.

De symptomen van rotkreupel zijn:

  • Kreupelheid;
  • Slecht lopen, of helemaal niet willen lopen;
  • Grazen op de knieën;
  • Ontsteking tussen de klauwen.

Een preventieve maatregel tegen rotkreupel kan vaccinatie zijn. Dit is echter alleen zinvol naast andere managementmaatregelen, zoals bijvoorbeeld bekappen en voetbaden. De vaccinatie kan worden gegeven vanaf een leeftijd van 3 maanden. De noodzaak tot vaccinatie verschilt per koppel. Het vaccin kan naast preventief (ter voorkoming) ook therapeutisch (als behandeling) worden ingezet. Vaak is de winterperiode wel het meest geschikt om te vaccineren, omdat de meeste koppels nu zo klein mogelijk zijn en zo de infectiedruk gemakkelijk omlaag gebracht kan worden. Lammeren kunnen dan onder zo schoon mogelijke omstandigheden geboren worden.

Ecthybel (zere bekjes)

Ecthyma wordt veroorzaakt door een virus uit de pokkenfamilie, het Parapoxvirus en is een zoönose (overdraagbaar van dieren naar mensen). Het is een veel voorkomende, besmettelijke aandoening van huid en slijmvliezen bij schapen en geiten. De problemen worden met name gezien bij lammeren, maar volwassen ooien & geiten en rammen & bokken kunnen ook problemen krijgen als zij niet eerder in aanraking zijn geweest met het virus.

De symptomen van Ecthyma zijn:

  • Blaasjes en korstjes voornamelijk op lippen, neus en soms de poten (vnl. de kroonrand)
    • Volwassen ooien: vaak op het uier
    • Rammen of bokken: vaak op de testikels
  • Pijnlijkheid ( / kreupelheid )
    • Lammeren: slecht drinken
    • Ooien: lammeren niet laten drinken

Een preventieve maatregel tegen ecthyma kan vaccinatie zijn, maar heeft uitsluitend zin in een besmette of hoog-risico omgeving. De vaccinatie kan de klinische klachten verminderen. Vaccineren kan op elke leeftijd. De vaccinatie geeft passieve bescherming (antistoffen) aan de lammeren via de biest als de ooien voor het aflammeren zijn gevaccineerd. Ooien dienen 3-4 weken voor de verwachte lammerdatum eenmaal gevaccineerd te worden. Deze vaccinatie dient u jaarlijks te herhalen.

Coxevac (Q-koorts)

De ziekte Q-koorts wordt veroorzaak door de bacterie Coxiella burnetii en is een zoönose. Een zoönose is een ziekte die overdraagbaar is van dieren naar mensen. Dieren kunnen aborteren door Q-koorts en scheiden op dat moment veel bacteriën uit. Naast abortus zien we bij deze dieren weinig symptomen van deze ziekte.

Sinds 21 april 2021 is het wettelijk verplicht voor bedrijfsmatige* schapen- en geitenhouders, en voor een locatie met een publieke functie (kinderboerderijen, zorgboerderijen etc.) om alle schapen en geiten tegen Q-koorts te vaccineren. Gezien het risico voor overdracht van deze ziekte naar mensen adviseren wij ook alle (hobby) houders om uw dieren te vaccineren tegen Q-koorts. De vaccinatie moet minimaal 3 weken vóór het dekken of inseminatie gedaan zijn en binnen 12 maanden van de vorige vaccinatie. U dient te registreren welke dieren u heeft laten vaccineren tegen Q-koorts en in de administratie moet ook de datum van dekken of insemineren bijgehouden worden. Ons advies is om dit tijdig te doen, omdat de NVWA bedrijven en/of particulieren hierop controleert. Het niet naleven kan leiden tot sancties, zoals een geldboete.

* Bedrijfsmatig: als u meer dan 50 schapen en/of geiten houdt voor de productie van melk of voor de opfok ten behoeve van deze productie.