De biologische melkveehouderij levert op dit moment nog een bescheiden aandeel van de landelijke melkproductie, maar is groeiende. Binnen de biologische melkveehouderij wordt uitgegaan van ecologische processen, biodiversiteit en kringlopen aangepast aan de lokale omstandigheden en wordt geprobeerd melk te produceren met zo min mogelijk input van hulpmiddelen met eventuele schadelijke effecten. Dit biedt kansen, maar ook uitdagingen op het gebied van diergezondheid. Dit betreft ook de inzet van (diergenees)middelen om uw dieren gezond te houden of te maken. In dit artikel wordt ingegaan op de voorwaarden voor het gebruik van (homeopathische) diergeneesmiddelen, natuurlijke middelen en andere aspecten ten aanzien van diergezondheid binnen de biologische melkveehouderij.
Wetgeving
Alle regels waaraan biologische ondernemers zich moeten houden, zijn vastgelegd in de EU bio-verordening 2018/848 (EUR-Lex – 32018R0848 – EN – EUR-Lex (europa.eu)). Deze verordening is geldig vanaf 1 januari 2022. Deze regels worden in Nederland ingevuld in de Landbouwkwaliteitswet en gecontroleerd door SKAL die hiervoor haar Biocontrole reglementen hanteert. Aanvullend heeft de biologische melkveehouderij zichzelf Aanvullende Normen opgelegd (De Natuurweide). Dit is een set van maatregelen die verder gaan dan de Europese regelgeving. Deze Aanvullende Normen worden gecontroleerd door Qlip. Uiteraard gelden voor biologische (melk)veehouders ook de wetgevende kaders die voor reguliere melkveehouders gelden.
Gebruik van diergeneesmiddelen en reiniging & desinfectie
In beginsel hanteert SKAL het uitgangspunt dat u probeert uw dieren gezond te houden door te zorgen voor goede voeding, huisvesting en verzorging en door het gebruik van robuuste rassen. Zieke dieren worden volgens het SKAL reglement het liefst behandeld met natuurlijke of homeopathische middelen (zie verderop). U mag ‘reguliere’ diergeneesmiddelen inzetten op voorschrift van uw dierenarts of op basis van uw Bedrijfsbehandelplan dat niet ouder mag zijn dan 1 jaar. Reguliere diergeneesmiddelen zijn herkenbaar aan een REG NL nummer (registratienummer) op de verpakking. Er zijn een aantal eisen verbonden aan het gebruik van reguliere diergeneesmiddelen binnen de biologische melkveehouderij (Gezondheidszorg, SKAL.nl):
Wachttijden en administratie
Gebruik van homeopathische diergeneesmiddelen en natuurlijke middelen
Uitgangspunt van de biologische veehouderij is dat dieren in eerste instantie met natuurlijke middelen of met homeopathische diergeneesmiddelen worden behandeld. Homeopathische diergeneesmiddelen zijn herkenbaar aan een REG NL H nummer op de verpakking (H van ‘homeopathisch’). Voor natuurlijke middelen (betreft meestal kruidenpreparaten) is het uitgangspunt dat de ingrediënten hiervan biologisch zijn geteeld. Bionext heeft een Groene Middelenlijst gepubliceerd met daarop een overzicht van natuurlijke middelen en homeopathische diergeneesmiddelen die bij biologische melkvee mogen worden toegepast: GROENE_LIJSTEN_-_MELKVEE_-_BIONEXT_09_07_2021.pdf. Enkele handreikingen die hierbij belangrijk zijn:
Ingrepen en voortplanting
Heeft u n.a.v. het bovenstaande stuk vragen en/of wilt u meer informatie over de biologische veehouder, neem dan contact op met collega David Speksnijder via het nummer 0348-442653 of mail naar info@ulp.nu.