Komende zomer geen geprut, start dan nu de bestrijding van de vlieg én de knut!

De knut! Je hoort er steeds meer over. Het is een minuscuul klein vliegje van maar 1 tot 4 mm die ongemerkt grote schade kan aanrichten. Maar waarom moeten we persé de koe tegen deze knut beschermen? En welke problemen veroorzaakt dit kleine vliegje? Je leest er meer over in het onderstaande artikel.

Wat is die knut nu precies?
De knutten, knaasjes of kneiten behoren tot de Ceratopogonidae. Van de ongeveer 4000 soorten komen er 700 in Europa voor, waarvan ongeveer 100 in Nederland. De vrouwtjes steken het dier om bloed te krijgen voor de rijping van de eieren. Na de bevruchting worden de eitjes afgezet in kleine en grotere wateren (zowel stromend als stilstaand), holtes in bomen en in potten met water of modder. Na 3 tot 11 dagen komen de larven uit het ei en leven vervolgens 7 maanden als larve. Ze overwinteren ook in dit stadium. Na 7 maanden hangen ze als pop 2 tot 5 dagen aan het wateroppervlak en vervolgens vliegen ze uit.

Er is weinig bekend over het functioneren van knutten in het ecosysteem. Er kan vanuit worden gegaan dat het larve- en popstadium dienen als voedsel voor vissen en amfibieën. Zelf voeden ze zich voornamelijk met schimmels, algen en larven van andere muggen. Volwassen exemplaren worden wel gegeten door vogels en spinnen. Vermoedelijk komt de functie in de voedselketen in grote lijnen overeen met die van de steekmuggen. Het ontbreken van natuurlijke vijanden zal ook bij de knut zorgen voor een toename.

De knut en dierziektes
Doordat de ziektes door insecten (in dit geval knutten) worden overgebracht, vallen deze onder de ‘Vector-borne-diseases’. In Nederland kan de knut twee belangrijke ziektes overbrengen, namelijk Schmallenbergvirus en Blauwtong.

Schmallenberg virus: bij de meeste veehouders is de uitbraak met het Schmallenberg virus in 2011 nog bekend. Het virus werd in december 2011 voor het eerst gevonden in de Duitse stad Schmallenberg en in maanden daarna over heel west Europa. Het virus lijkt verwant te zijn aan het al in 1959 in Japan ontdekte Akabanevirus. De klinische verschijnselen van een infectie met het schmallenbergvirus zijn:

  • Bij volwassen runderen; koorts, diarree en melkproductiedaling;
  • Bij jongvee; koorts en diarree, maar kan de infectie ook subklinisch verlopen;
  • Bij infectie tijdens de dracht: misvormd geboren kalveren met geboorteproblemen ( o.a. kromme poten, kromme rug, gedraaide nek), doodgeboorte, abortus en vroeg-embryonale sterfte

Blauwtong: is een virus infectie die wordt overgedragen door de knut. Ziekte wordt voornamelijk bij schapen veroorzaakt, maar kan ook bij runderen voor zieke dieren zorgen. In Nederland zijn alleen in 2007 en 2008 uitbraken geweest. Wel zijn er recentelijk infecties in onze buurlanden (o.a. België en Duitsland) gezien.

De ziekte verloopt bij koeien vaak subklinisch, hoewel een aantal dieren de ernstige symptomen van het schaap kunnen vertonen. Denk hierbij aan koorts (T>40), stijfheid en bevangenheid in vier benen, speekselen, lip-oedeem, verminderde eetlust, ooguitvloeiing en stinkende neusuitvloeiing. Sommige dieren hebben zweren op de tong, tandranden en neusspiegel. Kroonrandontsteking en ontschoening worden soms gezien. Als de moeder de infectie vroeg in de dracht doormaakt, kan er abortus (vroeggeboorte) optreden of kunnen kalveren geboren worden met aangeboren afwijkingen.

Preventie tegen de knut
Nu we weten wat de cyclus van de knutten zijn en welke problemen ze veroorzaken, is de grote vraag wat er gedaan kan worden ter preventie. Hieronder een aantal tips:

  • Knutten zijn vooral aan het einde van de dag actief. Het tijdig opstallen van runderen gedurende de schemering helpt;
  • Creëren van luchtstroom door middel van ventilatoren kan ook een positief effecten hebben, zodat de knutten geen tijd krijgen om op het dier te gaan zetten en dus te prikken;
  • Insecticiden gebruiken in stal;
  • Behandelen van de dieren. Hierbij heb je twee mogelijkheden:
    • Een pour on middel, zoals Butox. Start hier tijdig mee! Tijdige behandeling betekent: start in maart/april, direct als de koeien naar buiten gaan. Drie keer behandelen volstaat om de juiste preventie te hebben, dus herhaal de behandeling na 10 en 20 weken (afhankelijk van start en einde weideseizoen);
    • Oorlabels, zoals Auriplak. Deze oorlabels verminderen ook de overlast in de weide en is vooral een goed alternatief voor dieren waarbij een behandeling met een pour on lastig te herhalen is (bijv. jongvee dat een lange tijd de weide in gaat).

Wij hopen u hiermee voldoende handvatten te hebben gegeven om de knutten-overlast op uw bedrijf tot een minimum te beperken! Mochten er nog aanvullende vragen zijn, dan beantwoorden wij deze graag voor u! U kunt hiervoor altijd uw 1op1 dierenarts benaderen of bel direct met de praktijk via het nummer 0348-442653.